Verzoening

Om een beroep te kunnen doen op bemiddeling moeten alle partijen akkoord gaan. Bemiddeling is strikt vertrouwelijk. Verzoening kan daarentegen verplicht zijn en is per definitie niet vertrouwelijk. Bijgevolg vormt het mislukken van een verzoening in principe dus geen belemmering voor het later gebruik door de partijen van de informatie en de stukken waarvan ze kennis kregen in het kader van de verzoening.

Het fundamentele verschil tussen bemiddeling en verzoening bestaat eruit dat bemiddeling niet behoort tot het takenpakket van de rechter, terwijl “  de rol van verzoener inherent is aan de functie van rechter  (P.-P. Renson, La médiation civile et commerciale: comment éviter les aléas, le coût et la durée d’un procès, Louvain-la-Neuve, Anthemis, 2010, 132 p.). 

De rol van de neutrale derde persoon (verzoener) is de discussies te structureren en te coördineren om tussen de partijen een eerlijke communicatie te herstellen die het hen mogelijk moet maken een evenwichtige oplossing te vinden die zo goed mogelijk voldoet aan hun respectievelijke belangen. 

Dit akkoord wordt meestal concreet gemaakt in een proces-verbaal van verzoening, ondertekend door de partijen en de verzoener.